Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • land·bouw·zout
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord landbouwzout
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de landbouwzoutm

  1. zout dat valt onder het lage BTW tarief en geschikt is voor diervoeding, strooizout en zoutelectrolyse maar niet mag gebruikt worden voor menselijke consumptie [2]
    • Wie zelf nog strooizout wil kopen, zal wel goed moeten zoeken. ‘Onze voorraad is al van voor Nieuwjaar op', zegt Jan Sallet van de Aalsterse Brico. ‘Ik heb zelfs al leveranciers in Nederland en Duitsland gebeld, maar er is op dit moment echt niets meer te vinden.' Het tuincentrum AVEVE in Moorsel heeft wel nog wat staan, vertelt zaakvoerder Luc De Vis. ‘Ik verkoop landbouwzout - eigenlijk veevoeder - maar het werkt.'[3] 

Gangbaarheid

Verwijzingen