lakenhal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- la·ken·hal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van laken en hal [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lakenhal | lakenhallen |
verkleinwoord | lakenhalletje | lakenhalletjes |
Zelfstandig naamwoord
- historische markthal waar laken gekeurd werd
- de lakenhal van Ieper werd tijdens de Eerste Wereldoorlog volledig verwoest maar daarna weer opgebouwd
Gangbaarheid
- Het woord lakenhal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lakenhal" herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be