Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Labourlabor
  • la·bour
enkelvoud meervoud
naamwoord labour -
verkleinwoord - -

de labourm

  1. arbeid, werk
    • Ik moest node schrijven, aan Reinekes arm liep ik duizelend mee, kreunend voor elke windvlaag, als een vrouw die uit haar labour gehaald wordt voor wie weet welk ander wissewasje. [1]
  2. arbeidersbeweging, vooral opgevat als politieke richting
    • Dat land kreeg een labour-regering en gezien het stijgende anti-Amerikanisme in dat land zond Washington een man met ruime cia-ervaring. [2]


  • la·bour
enkelvoud meervoud
labour labours

labour

  1. inspanning
  2. arbeid, werk
  3. arbeidersbeweging, vooral opgevat als politieke stroming
  4. bevalling van een zwangerschap
  1. hard werken
  2. bevallen van een kind


labour m

  1. inspanning
  2. arbeid, werk