Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kwa·men af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afkomen

kwamen (…) af

  1. meervoud verleden tijd van afkomen
    • Wij kwamen af. 
    • Jullie kwamen af. 
    • Zij kwamen af. 

Gangbaarheid