• kut·vent
enkelvoud meervoud
naamwoord kutvent kutventen
verkleinwoord kutventje kutventjes

de kutventm

  1. (scheldwoord) heel vervelende, slechte man
    • “Nou ze zei: die kutvent van een Dalstra kan nooit z'n handen thuis houden. [1] 
  1. NRC Rob Knoppert 21 maart 1996 Guido de Brès