• kut·streek
enkelvoud meervoud
naamwoord kutstreek kutstreken
verkleinwoord kutstreekje kutstreekjes

de kutstreekv / m

  1. (scheldwoord) gemene, vervelende, slechte handeling
    • Dat programma wordt al meer dan twintig jaar gepresenteerd door de flamboyante Peter de Bie. De Bie was van plan er eind dit jaar mee op te houden, maar de voorgestelde vervangers konden zijn goedkeuring noch die van zijn redactie wegdragen. De hele ploeg besloot daarop naar een andere omroep over te stappen, Max, en het programma voortaan daar te maken. ‘Ik weet dat het een kutstreek is’, zegt De Bie daarover in NRC Handelsblad. [1] 
    • Studentencafé De Koning in Haarlem heeft de leeftijdsgrens al verhoogd naar zeventien, om de overgang straks minder groot te maken. Verslaggever van de NOS Ewout de Bruijn ging er kijken en maakte een korte reportage. Sommige jongeren vinden het alcoholverbod “gewoon echt een kutstreek”: [2] 
  1. De Standaard 5 september 2017 Nederlands Problematisch Omroepbestel
  2. NRC A. van Kampen 9 november 2013 ‘Cafés straks alleen nog open voor achttienplussers’