• krui·mel·dief
enkelvoud meervoud
naamwoord kruimeldief kruimeldieven
verkleinwoord kruimeldiefje kruimeldiefjes

de kruimeldiefm

  1. een apparaat om te stofzuigen
    • De gemorste koffie was zo opgeruimd met de kruimeldief. 
  2. een persoon die kleine misdrijven pleegt
    • De kruimeldief had met de overval op de sigarenboer nog geen 50 euro verdiend. 
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be