kroonschakelaar
- kroon·scha·ke·laar
- samenstelling van kroon en schakelaar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kroonschakelaar | kroonschakelaars |
verkleinwoord | kroonschakelaartje | kroonschakelaartjes |
de kroonschakelaar m
- (elektrotechniek) schakelaar waarmee afzonderlijke lampen van een kroonluchter in- en uitgeschakeld kunnen worden
- Het woord 'kroonschakelaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.