• krom·boei
enkelvoud meervoud
naamwoord kromboei kromboeien
verkleinwoord

de kromboeiv / m

  1. (geschiedenis) korte ketting met metalen beugels om de nek en de enkels van een gevangene aan elkaar vast te maken, zodat deze voortdurend in een kromme houding wordt gedwongen
     En er hangt een zogenoemde kromboei, een keten die nek en enkels via een veel te korte ketting verbond zodat de slaaf gebocheld moest lopen en een kromme rug kreeg.[2]
     Het voornaamste van alles is echter dat er nu zuinig met de kromboei in de gevangenis wordt omgesprongen en dat sedert geen gestrafte meer aan handen en voeten gebonden werd.[3]
  1.   Weblink bron
    Nina Jurna
    “Oude plantages in Suriname worden vakantieplekken” (9 maart 2018) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron Gearchiveerde versie
    Harmen Boerboom
    “Marsha 'wil slavernijverleden laten zien’ op haar Surinaamse plantage” (1 juli 2018) op nrc.nl  
  3.   Weblink bron Commissaris Weyne een weinig geremd!, J. Morpurgo, Paramaribo in: Suriname, jrg. 78 nr. 23 (19 maart 1926)