Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kroe·gen·tocht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kroegentocht kroegentochten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de kroegentochtm

  1. tocht waarbij men van kroeg (café) naar café gaat

Gangbaarheid