• krijgt los
vervoeging van
loskrijgen

krijgt (…) los

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van loskrijgen
    • Jij krijgt los. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van loskrijgen
    • Hij krijgt los. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van loskrijgen
    • Krijgt los!