krijgsgevangenkamp

Nederlands

 
barak van een krijgsgevangenkamp
Uitspraak
Woordafbreking
  • krijgs·ge·van·gen·kamp
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord krijgsgevangenkamp krijgsgevangenkampen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het krijgsgevangenkampo

  1. (militair) plaats waar een groep gevangen vijandelijke militairen tijdens een oorlog worden vastgehouden
     "Ik kwam terecht in Tjimahi, een heel groot krijgsgevangenkamp", vertelt Fokkens. "De dag voor we arriveerden waren er twee jongens gefusilleerd. Die waren 's nachts over de omheining geklommen en gepakt. De volgende dag zijn ze doodgeschoten. Het was daar zwaar. Als je ooit bent getrapt en vernederd, dan vergeet je dat nooit meer. Niet dat het me dagelijks overkwam, maar ik ben wel eens aan de beurt geweest."[1]
     In het toestel zaten zes bemanningsleden. Gezagvoerder Vilem Bufka heeft als enige de crash overleefd. Hij kon zichzelf met een parachute in veiligheid brengen. Bufka werd door de Duitsers gevangengenomen en bleef tot het einde van de oorlog opgesloten in krijgsgevangenkamp Stalag Luft III. Hij overleed in 1967, kort nadat hij een boek over zijn geschiedenis had geschreven.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    'Er stierven dagelijks mensen'
    “'Er stierven dagelijks mensen'” (15 augustus 2010), NOS
  2.   Weblink bron “Opgraven van bommenwerper met bemanning in kop van Noord-Holland begonnen” (26 mei 2021), NOS