Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kran·ten·wijk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord krantenwijk krantenwijken
verkleinwoord krantenwijkje krantenwijkjes

Zelfstandig naamwoord

de krantenwijkv / m

  1. een wijk waar men kranten bezorgd
    • Veel scholieren nemen een krantenwijk om extra geld te verdienen naast het zakgeld. 

Meer informatie

Gangbaarheid