kraagdragers
- (IPA in voorbereiding)
- kraag·dra·gers
- samenstelling van kraag zn en dragers zn
- kraagdrager zn met de uitgang -s
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kraagdragers | |
verkleinwoord |
de kraagdragers mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord kraagdrager
- meervoudsvorm als officiële benaming (wormen) een stam Hemichordata van het dierenrijk behorende tot de Deuterostomata , mogelijk nauw verwant aan de Chordata . De stam kent 117 soorten
- [2] dieren
- [2] eikelwormen, graptoliet
- Het woord 'kraagdragers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.