Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kot·ki·lo
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kotkilo kotkilo's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kotkilov / m

  1. het gewicht dat kotstudenten aankomen door ongezond eten
    • De universiteit meldde een toename in het aantal kotkilo's. 

Gangbaarheid