koopkrachtverlies
- koop·kracht·ver·lies
- samenstelling van koopkracht zn en verlies zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koopkrachtverlies | koopkrachtverliezen |
verkleinwoord | koopkrachtverliesje | koopkrachtverliesjes |
het koopkrachtverlies o
- vermindering van de hoeveelheid goederen en diensten die men voor het ontvangen inkomen kan kopen
- ▸ Verder gaat de aangekondigde korting van de huurtoeslag niet door. De koopkracht zou door die bezuiniging te veel achteruitgaan. Omdat het kabinet dat koopkrachtverlies weer zou moeten compenseren, zou de korting niets opleveren. Daarom hebben de coalitiepartijen besloten om de bezuiniging helemaal te schrappen.[1]
- ▸ De Surinaamse president Bouterse heeft maatregelen aangekondigd om de bevolking deels te compenseren voor het koopkrachtverlies van de afgelopen maanden. De belastingtarieven gaan omlaag en de lijst van door de overheid gesubsidieerde levensmiddelen wordt uitgebreid van 40 tot 60 producten.[2]
- Het woord koopkrachtverlies staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Coalitie grotendeels eens over begroting 2017” (Maandag 13 juni 2016, 17:19), NOS
- ↑ Weblink bron Harmen Boerboom“Bouterse compenseert Surinaamse bevolking” (Vrijdag 18 maart 2016, 03:59), NOS