koopkrachtmaatregel
- koop·kracht·maat·re·gel
- samenstelling van koopkracht zn en maatregel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koopkrachtmaatregel | koopkrachtmaatregelen koopkrachtmaatregels |
verkleinwoord |
de koopkrachtmaatregel m
- (economie) (politiek) handeling die erop gericht is het besteedbaar inkomen van huishoudens te verhogen
- ▸ Overigens zal de zorgtoeslag voor mensen met lage inkomens volgend jaar 65 euro hoger worden. Het kabinet verdubbelt dat bedrag met een koopkrachtmaatregel van nog eens 65 euro. In totaal krijgen mensen met een krappe beurs volgend jaar dus 130 euro compensatie.[1]
- ▸ Thuiswonende studenten hebben komend studiejaar recht op 110,30 euro per maand, uitwonende studenten op 439,20 euro per maand (inclusief 164,30 euro tijdelijke verhoging door de koopkrachtmaatregel).[2]
- Het woord 'koopkrachtmaatregel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Eigen risico en zorgpremie volgend jaar omhoog” (Woensdag 6 september 2017, 08:12), NOS
- ↑ Weblink bron Edwin van der Aa“Studenten dienen massaal aanvraag in voor basisbeurs: ‘Groot succes’” (19-06-2023), Tubantia