• kof·fie·ca·fé
enkelvoud meervoud
naamwoord koffiecafé koffiecafés
verkleinwoord koffiecafeetje koffiecafeetjes

het koffiecaféo

  1. bijeenkomst waar men koffie met elkaar drinkt; horecagelegenheid waar men geen alcoholische drankjes schenkt
     Toch maar weer snel een nieuwe fooienpot in elkaar geknutseld, van een jampotje. Het is niet de eerste keer dat het personeel van Coffee-Star Hengelo, het koffiecafé in de Bibliotheek, zijn fooien onvrijwillig heeft ingeleverd. Afgelopen woensdag nam een mannelijke bezoeker het potje stiekem mee, zo blijkt uit camerabeelden.[1]
     ENSCHEDE - De eerste zaterdag dat Starbucks, de Amerikaanse koffiebarketen, geopend was op het terrein van de Universiteit Twente smaakt naar meer. „We zijn tevreden, vooral het liep lekker door”, zei storemanager Pam Gormus zaterdag een uurtje voor sluitingstijd van het koffiecafé in het gebouw Zilverling van de UT.[2]
  1.   Weblink bron
    Martin Ruesink
    “Hengelose fooienpot weer gestolen: 'Je bent bij deze vergeven'” (16 augustus 2018), Tubantia
  2.   Weblink bron “Starbucks in Enschede voor het eerst op zaterdag open: 'Lekker druk20'” (16 april 2016), Tubantia