Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • koe·roe·ro
enkelvoud meervoud
naamwoord koeroero koeroero's
verkleinwoord koeroerootje koeroerootjes

Zelfstandig naamwoord

koeroero

  1. (knaagdieren) Spalacopus cyanus   knaagdier uit de familie van de schijnratten (Octodontidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Molina in 1782
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie