koan
- ko·an
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koan | koans |
verkleinwoord | koantje | koantjes |
de koan m
- (religie) (zenboeddhisme) raadselachtige, vaak innerlijk tegenstrijdige uitspraak die de beperkingen van logisch denken laat zien, gebruikt voor meditatie
- ▸ Een koan is een door een Zen-meester opgeworpen vraag waar je jaren op kan mediteren. Bijvoorbeeld: “Wat is het nut van een emmer zonder bodem?” of “Wat is het geluid van één klappende hand?”[1]
- Het woord koan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Youp van ’t Hek“Zentijd” (2 maart 1996) op nrc.nl