• ko·an
enkelvoud meervoud
naamwoord koan koans
verkleinwoord koantje koantjes

de koanm

  1. (religie) (zenboeddhisme) raadselachtige, vaak innerlijk tegenstrijdige uitspraak die de beperkingen van logisch denken laat zien, gebruikt voor meditatie
     Een koan is een door een Zen-meester opgeworpen vraag waar je jaren op kan mediteren. Bijvoorbeeld: “Wat is het nut van een emmer zonder bodem?” of “Wat is het geluid van één klappende hand?”[1]
  1.   Weblink bron
    Youp van ’t Hek
    “Zentijd” (2 maart 1996) op nrc.nl