knopendraaier
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kno·pen·draai·er
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van knoop en draaier met het invoegsel -en- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | knopendraaier | knopendraaiers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de knopendraaier m
Gangbaarheid
- Het woord knopendraaier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.