Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • knip·sel·ar·chief
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord knipselarchief knipselarchieven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het knipselarchiefo

  1. verzameling uitgeknipte (kranten)berichten
     In 1983 publiceerde hij het eerste deel van zijn herinneringen, Van Zwolle tot Brest-Litowsk, waarin hij nauwgezet zijn leven tot 1962 reconstrueerde. Hij maakte daarbij gebruik van het reusachtige knipselarchief dat hij had aangelegd.[2]
     De collectie van het instituut bestaat uit ongeveer 37 duizend filmtitels, 60 duizend affiches, een half miljoen foto's en 100 duizend scenario's. Ook heeft het museum een grote hoeveelheid filmboeken, tijdschriften, een groot knipselarchief en multimedia met informatie over film en filmgeschiedenis.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Dik Verkuil
    “Journalist, jeneverdrinker, trompettist en pijproker Igor Cornelissen (85) overleden” (Zaterdag 13 maart 2021, 21:34), NOS
  3.   Weblink bron “Rondleiding door splinternieuw filminstituut EYE” (Zaterdag 31 maart 2012, 13:12), NOS