klophout
- klop·hout
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klophout | klophouten |
verkleinwoord | klophoutje | klophoutjes |
het klophout o
- houten instrument waarmee men kan kloppen (o.a. in de orgelmakerij, de leerlooierij, textielindustrie en bij borstelmakers)
- Het woord 'klophout' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "klophout" herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
75 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be