klokvormig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  klokvormig    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• klok·vor·mig

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van klok met het achtervoegsel -vormig

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	klokvormig	klokvormiger	klokvormigst
verbogen	klokvormige	klokvormigere	klokvormigste
partitief	klokvormigs	klokvormigers	-

Bijvoeglijk naamwoord

klokvormig

1. vorm van een klok hebbend

   • Naast de bekende trapgevels kennen we in Amsterdam ook de klokvormige gevels 

Gangbaarheid

• Het woord klokvormig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.