klimopplant
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: klimopplant (hulp, bestand)
- IPA: / klɪmˈɔplɑnt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- klim·op·plant
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klimopplant | klimopplanten |
verkleinwoord | klimopplantje | klimopplantjes |
Zelfstandig naamwoord
- exemplaat van de klimplant Hedera helix
-
klimopplant tegen wat stenen
-
klimopplant in een pot
Gangbaarheid
- Het woord 'klimopplant' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.