Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klim·dag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord klimdag klimdagen
verkleinwoord klimdagje klimdagjes

Zelfstandig naamwoord

klimdag

  1. dag waarop men klimt
    • Het is vandaag een goede klimdag. 
    • Ben je met je klas, vrienden of bedrijf op Ameland en wil je graag een leuke, actieve en bijzondere dag organiseren. Dan is deze klimdag uitermate geschikt voor jullie! [1] 

Gangbaarheid

76 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[2]


Verwijzingen

  1. Outdoor Center Ameland Klimdag
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be