klimaatwetenschapper

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kli·maat·we·ten·schap·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord klimaatwetenschapper klimaatwetenschappers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de klimaatwetenschapperm

  1. (beroep), (klimatologie) deskundige op het gebied van klimaat en klimaatverandering
     Klimaatwetenschapper Dim Coumou legt uit hoe het komt dat we steeds vaker te maken krijgen met hittegolven:[1]
     Het dagrecord komt er nadat er in heel de maand juli al 197 gigaton, of 197 miljard ton, ijs was afgesmolten. Glacioloog en klimaatwetenschapper Ruth Mottram van het DMI tweet dat het smeltseizoen de komende maand wel milder zal worden, maar dat er de komende dagen toch nog warme temperaturen verwacht worden.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Opnieuw record gesneuveld: het is vandaag de warmste 26 juli ooit gemeten” (26-07-2019), Tubantia
  2.   Weblink bron “Hittegolf Groenland: extreem veel ijs gesmolten, genoeg om 4 miljoen zwembaden mee te vullen” (02-08-2019), Tubantia