klimaatonderzoeker
- kli·maat·on·der·zoe·ker
- samenstelling van klimaat zn en onderzoeker zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klimaatonderzoeker | klimaatonderzoekers |
verkleinwoord | - | - |
de klimaatonderzoeker m
- (beroep), (klimatologie) iemand die zich bezighoudt met klimaatonderzoek
- ▸ Na een uur klauteren doemt de blauwe Briksdalsbreen voor ons op. Een bordje langs het pad toont waar de gletsjer in 1920 eindigde. Het is nu omgeven door een berkenbos. Door de ogen van een klimaatonderzoeker is er eigenlijk geen geschiktere plek om het opwarmende klimaat in actie te zien.[1]
- Het woord klimaatonderzoeker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Oog in oog met klimaatverandering” (24 juli 2017), KNMI