Nederlands

 
[2] klimaatcrisis
Uitspraak
Woordafbreking
  • kli·maat·cri·sis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord klimaatcrisis klimaatcrisissen
klimaatcrises
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de klimaatcrisisv

  1. (klimatologie) een plotselinge ontregeling van de gemiddelde natuurlijke gesteldheid van de lucht en het weer in een gebied op een planeet
  2. (klimatologie) de opwarming van de aarde veroorzaakt door menselijk handelen in het algemeen en de CO2-uitstoot in het bijzonder (formeel is dit geen crisis want dit is niet echt van voorbijgaande aard te noemen)
     "Dit zijn vreedzame mensen, die vreedzaam protesteren, die zich heel erg zorgen maken over de klimaatcrisis en dat moet gewoon kunnen", aldus Dewi Zloch van de milieuorganisatie.[1]
     "Terwijl dinsdag 10 december de Wet Verbod op Kolen zal worden bekrachtigd door de Eerste Kamer, investeren onze financiële instellingen nog steeds in nieuwe kolencentrales over de hele wereld. Ze doen alsof de klimaatcrisis niet bestaat."[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Klimaatprotest Schiphol Plaza voorbij, 26 arrestaties” (14-12-2019), NOS
  2.   Weblink bron “Nog forse investeringen banken in steenkool, maar ze werken aan vermindering” (08-12-2019), NOS