kleinbloemig kaasjeskruid
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- klein·bloe·mig kaas·jes·kruid
Woordherkomst en -opbouw
- verbinding van kleinbloemig en kaasjeskruid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kleinbloemig kaasjeskruid | kleinbloemige kaasjeskruiden |
verkleinwoord | kleinbloemig kaasjeskruidje | kleinbloemige kaasjeskruidjes |
Zelfstandig naamwoord
het kleinbloemig kaasjeskruid o
- (bloemplanten) Malva parviflora een eenjarig of meerjarig kruid dat inheems is in Noord-Afrika, Zuid-Europa en delen van Azië. In Nederland wordt de soort beschouwd als een zeldzame ingeburgerde exoot afkomstig uit het Middellandse Zeegebied. De eerste melding van de soort dateert van 1872. In Vlaanderen is de soort afwezig. Ze groeit op ruderaal terrein en akkerranden met een zonnige, vochthoudende en matig voedselrijke bodem
Hyperoniemen
- kaasjeskruid, kaasjeskruidfamilie, zaadplanten, malviden, rosiden, bedektzadigen, landplanten, planten
Gangbaarheid
- Het woord 'kleinbloemig kaasjeskruid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] kleinbloemig kaasjeskruid in het Nederlands Soortenregister N
- [1] kleinbloemig kaasjeskruid op Wikidata
- [1] kleinbloemig kaasjeskruid op "Wilde planten in Nederland en België" ♣