Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kleed·jes·markt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kleedjesmarkt kleedjesmarkten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de kleedjesmarktv / m

  1. vrijmarkt speciaal voor kinderen waarbij zij hun waren op een kleedje uitstallen
    • Op Koninginnedag is er altijd ook een kleedjesmarkt 

Gangbaarheid