Nederlands

 
kleedcabine
Uitspraak
Woordafbreking
  • kleed·ca·bi·ne
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kleedcabine kleedcabines
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kleedcabinev

  1. kleine ruimte waarin men zich ongezien kan verkleden
     In de kleine kleedcabine schieten de meest uiteenlopende dingen door mijn kop.[1]
Hyponiemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Léon de Kort
    “ELke Dag een uur” (2015), Nieuw Amsterdam  , ISBN 9789046820216