Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klauw·vor·mig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen klauwvormig klauwvormiger klauwvormigst
verbogen klauwvormige klauwvormigere klauwvormigste
partitief klauwvormigs klauwvormigers -

Bijvoeglijk naamwoord

klauwvormig

  1. vorm van een klauw hebbend
    • Bij een ischemische contractuur van de hand kunnen de vingers krom staan zodat er een klauwvormige hand is. 

Gangbaarheid