Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klauw·aard
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van klauw met het achtervoegsel -aard (de klauw van de Vlaamse leeuw) [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord klauwaard klauwaards
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de klauwaardm [2]

  1. aanhanger van de Vlaamse beweging
  2. lid van de lagere burgerstand in de middeleeuwen
     " "Heer Graaf," riep Breydel juichend, "ik weet juist een mijner goede vrienden: de warmste Klauwaard van Vlaanderen.[3]
     Onderwijl was De Mortenay bezig met de genade van de grijze Vlaming te verzoeken, maar Van Gistel, die deze Klauwaard een bijzondere haat toedroeg, gaf voor dat hij een der belhamels was en zich het meest tegen de Franse beheersing verzet had.[3]
  3. inhalig persoon
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen