klapziek
- klap·ziek
- samenstelling van klap ww en ziek
stellend | |
---|---|
onverbogen | klapziek |
verbogen | klapzieke |
klapziek [1]
- (verouderd) of Vlaams: tot klappen (met de bek, met de mond) geneigd, praatzuchtig, babbelziek
- Het woord 'klapziek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.