Nederlands

 
kiteboard
Uitspraak
Woordafbreking
  • kite·board
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kiteboard kiteboards
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het kiteboardo

  1. surfplank die door een vlieger wordt voortgetrokken
    • De Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM) heeft zondagmiddag bij het strand van Kijkduin (Den Haag) enige tijd gezocht naar een vermiste kitesurfer. Aanleiding voor de zoekactie was de vondst van een onbemand kiteboard in zee, meldde een woordvoerder van de reddingsmaatschappij. [1] 
    • Kitesurfster Isabelle Fabre kreeg de schrik van haar leven toen ze in Australië een haai zag cirkelen onder haar kiteboard. Haar man zag het hachelijke avontuur van zijn 30-jarige vrouw met lede ogen aan via een drone. [2] 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen