kirkegangsprocent

  • kir·ke·gangs·pro·cent
  • Samenstelling van de Deense zelfstandige naamwoorden kirkegang en procent met het invoegsel -s- en met het voorvoegsel pro-
Naar frequentie zeldzaam
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   kirkegangsprocent     kirkegangensprocenten     kirkegangsprocenter     kirkegangsprocenterne  
genitief   kirkegangsprocents     kirkegangensprocentens     kirkegangsprocenters     kirkegangsprocenternes  

kirkegangsprocent, g

  1. (religie), (statistiek) het percentage kerkbezoek