kippenbouillon
  • kip·pen·bouil·lon
enkelvoud meervoud
naamwoord kippenbouillon kippenbouillons
verkleinwoord kippenbouillonnetje kippenbouillonnetjes

de kippenbouillonm

  1. (voeding) extract getrokken van kippenvlees en kippenbotten
     Ze begon haar hongerstaking op 13 december. In de afgelopen week ging Savtsjenko's gezondheidstoestand achteruit. De directie van de gevangenis liet gisteren weten dat Savtsjenko nu wel kippenbouillon eet.[2]
     Op de website Milieuklachten kwamen in twee uur tijd vijftig meldingen binnen. Sommige klagers omschrijven de geur als kippenbouillon, anderen vinden het meer lijken op kattenvoer, rubber of een penetrante brandlucht. De stank was het eerst te ruiken in de omgeving van Den Bosch, Gennep en Uden. Later kwamen er ook klachten uit Limburg en Zuid-Holland, schrijft Omroep Brabant.[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Oekraïense piloot wil hongerstaking beëindigen” (6 maart 2015, 16:50), NOS
  3.   Weblink bron “Oorzaak stank Brabant, Limburg en Zuid-Holland blijft ongewis” (7 februari 2017, 11:02), NOS