• kil·lers·blik
enkelvoud meervoud
naamwoord killersblik killersblikken
verkleinwoord

de killersblikm

  1. de oogopslag die zou passen bij een moordenaar
    • Moest de agressieve bagger op internetfora wel een keer leiden tot een drama zoals Breivik dat vorige week in Noorwegen aanrichtte? Achteraf is het makkelijk praten natuurlijk, maar in een bijna profetisch essay dat P.F. Thomése publiceerde in oktober 2009 schrijft hij over de killersblik waarmee de hedendaagse multimediale burger zijn dooddoeners op de menigte afschiet.[1] 
    • Over Poetin mogen meerdere mensen wat lezen. Neem George W. Bush, die in 2001 in Poetins ogen keek en oprechtheid zag waar anderen een KGB-killersblik waarnamen. [2] 
  2. (figuurlijk) de blik van iemand die zeer gedreven is
    • Voor de luisteraar die het plichtwerk intussen uit het blote hoofd kan voorfluiten, kwam Kangs gedreven vertolking over als een openbaring. Ineens hoorden we muziek waarin cello een hoofdrol vertolkt. Kang gooide zich voluit op de kleuren en kansen die deze partituur biedt. De killersblik waarmee ze door de muziek raasde, was die van een roofdier op strooptocht: deze musicienne kluift noten af tot op het bot. Hoe diep zou ze de tanden zetten in Dvoráks Boheemse billen?[3] 
  1. de Standaard 30 JULI 2011 P.F. THOMÉSE
  2. Volkskrant OLAF TEMPELMAN 15 maart 2014
  3. de Standaard 2 JUNI 2017