kiesdeler
- kies·de·ler
- samenstelling van kies ww en deler [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kiesdeler | kiesdelers |
verkleinwoord | - | - |
de kiesdeler m
- in een kiessysteem van evenredige vertegenwoordiging het aantal benodigde stemmen per te behalen zetel
- Het woord kiesdeler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kiesdeler" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
61 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be