• kie·pert weg
vervoeging van
wegkieperen

kiepert (…) weg

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegkieperen
    • Jij kiepert weg. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegkieperen
    • Hij kiepert weg. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van wegkieperen
    • Kiepert weg!