keuzemogelijkheid

Nederlands

 
de keuzemogelijkheid om een ongedateerd kaartje te kopen ontbreekt
Uitspraak
Woordafbreking
  • keu·ze·mo·ge·lijk·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord keuzemogelijkheid keuzemogelijkheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de keuzemogelijkheidv

  1. één van de zaken waartussen men kan kiezen
    • Niet op vakantie gaan is natuurlijk ook één van de keuzemogelijkheden om te bezuinigen. 
  2. dat er een mogelijkheid bestaat om te kiezen
    • In een à la carte restaurant bestaat de keuzemogelijkheid om zelf een maaltijd samen te stellen. 

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen