keurvorstelijk
- keur·vor·ste·lijk
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | keurvorstelijk | keurvorstelijker | keurvorstelijkst |
verbogen | keurvorstelijke | keurvorstelijkere | keurvorstelijkste |
partitief | keurvorstelijks | keurvorstelijkers | - |
keurvorstelijk [1]
- van een keurvorst; aan een keurvorst eigen; aan, bij, of tot een keurvorst behorend
- Het woord keurvorstelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.