keurt af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- keurt af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afkeuren |
keurt (…) af
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkeuren
- Jij keurt af.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkeuren
- Hij keurt af.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afkeuren
- Keurt af!
Gangbaarheid
- Het woord keurt af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.