afkeuren
- af·keu·ren
- samenstelling van af bw en keuren ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afkeuren |
keurde af |
afgekeurd |
zwak -d | volledig |
afkeuren
- niet geschikt verklaren
- De zieke man werd door de bedrijfsarts afgekeurd voor zijn werk.
- iets niet goed vinden
- Ik moet dit gedrag van jou afkeuren, ik kan het niet goedkeuren.
1. niet geschikt verklaren
- Het woord afkeuren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afkeuren" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be