keukenvuur
- Geluid: keukenvuur (hulp, bestand)
- keu·ken·vuur
- samenstelling van keuken zn en vuur zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | keukenvuur | keukenvuren |
verkleinwoord |
- haard in een keuken die gebruikt wordt voor de bereiding van voedsel
- ▸ Ik kan me mijn eigen moeder nauwelijks herinneren. Ik bewaar een herinnering aan armen om me heen, armen die me tegen een zachte boezem drukken, die rook naar keukenvuur, schoonmaakmiddel en een of andere vaag bittere geur die ik niet meer kan thuisbrengen.[2]
- Het woord 'keukenvuur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Danielle Teller (vert. Marja Borg)“Er was eens iets anders” (2018), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026346477