keukenvloer
  • keu·ken·vloer
enkelvoud meervoud
naamwoord keukenvloer keukenvloeren
verkleinwoord keukenvloertje keukenvloertjes

de keukenvloerm

  1. de meestal harde, gladde vloer van een keuken die makkelijk schoongemaakt kan worden en goed bestand is tegen vocht
     Koninklijke Horeca Nederland, het Bedrijfschap Horeca en de horecavakbonden van FNV en CNV zijn een campagne begonnen om horecapersoneel bewust te maken van de kans op ongelukken. Er komen bijvoorbeeld stickers op de keukenvloer met de tekst 'Kan glad zijn'. Ook moeten collega's elkaar aanspreken op onveilig gedrag.[2]
     Er zijn naar schatting 250.000 arbeidsmigranten in Libanon, voornamelijk Afrikaanse en Aziatische vrouwen. Ze laten hun gezinnen achter om zich soms voor slechts 125 euro per maand kapot te werken. Ze slapen op een koude keukenvloer, op het balkon of in een gangkast, en zijn volledig overgeleverd aan de grillen van hun baas.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Alarm om ongelukken in horeca” (19-09-2012), NOS
  3.   Weblink bron “Corona drukt arbeidsmigranten in het Midden-Oosten nog dieper in de ellende” (21-04-2020), NOS