• ke·tel·ruim
enkelvoud meervoud
naamwoord ketelruim ketelruimen
verkleinwoord ketelruimpje ketelruimpjes

het ketelruimo

  1. (scheepvaart) het ruim van een schip waar de stookketel(s) staan voor de aandrijving van het schip.
    • Het ketelruim bevond zich helemaal onder in het schip.