keperen
- ke·pe·ren
keperen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
keperen |
keperde |
gekeperd |
zwak -d | volledig |
- (textielindustrie) met een keper weven
- met drie of meer strengen vlechten
- Het woord keperen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.