Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kei·ach·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen keiachtig keiachtiger keiachtigst
verbogen keiachtige keiachtigere keiachtigste
partitief keiachtigs keiachtigers -

Bijvoeglijk naamwoord

keiachtig [1]

  1. lijkend op een steen; de eigenschappen hebbend van een steen
  2. veel stenen bevattend

Gangbaarheid

76 % van de Nederlanders;
72 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen